We blijven nog even op de Peloponnese want daar zijn nog wel een paar noemenswaardige plekken te beschrijven. Afgezien van ons akkefietje vorige keer is het ondertussen wel al duidelijk dat dit schiereiland een waar paradijs is voor kampeerders (of #vanlifers voor wie cool is). Je staat en gaat nagenoeg waar je wilt en door de afwezigheid van de grote massa is dit ook duurzaam en aangenaam voor iedereen. In tegenstelling tot andere landen zoals Spanje waar bepaalde dorpen en streken kreunen onder het campertoerisme. In deze post bezoeken we het authentieke Monemvasia, het gezellige stadje Nafplio én als kers op de taart zouden we Euronauts niet zijn moest er geen verlaten hotel op het menu staan. Let’s go!
Monemvasia: Een duik in het Versteende Schip van de Middellandse Zee
We zetten koers naar de oostelijke vinger van Peloponnesos. Daar ligt Monemvasia en eerlijk gezegd, de reden dat we daar heen reden was dat iedereen die uit de tegengestelde richting kwam, zei dat we daar zéker naartoe moesten. We parkeerden Nigel, vergezeld van Kai en Amber, op de parking van de vissershaven van Gefyra, waarlangs je over een oude brug Monemvasia kan bereiken. Vanop de parking genoten we van de woelige zee en mooi uitzicht op een enorme rots wat verder in de zee:
Monemvasia, vaak beschreven als het ‘Gibraltar van het Oosten’ of het ‘Versteende Schip’, is een adembenemende middeleeuwse vestingstad aan de oostkust van de Peloponnesos in Griekenland. Deze indrukwekkende rots, gescheiden van het vasteland door een aardbeving in 375, herbergt een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Byzantijnse periode. Opgericht in 583 door inwoners die vluchtten voor de Slavische en Avaarse invasies van de Peloponnesos, werd Monemvasia al snel een bloeiende handelshaven en een strategische militaire post die de eeuwen trotseerde. Deze stad met haar wirwar van smalle geplaveide straatjes, bewaard gebleven Byzantijnse architectuur, en ongeëvenaarde uitzichten op de Egeïsche Zee, weerspiegelt de diepte van de Griekse geschiedenis, gevangen in steen en omgeven door de eindeloze blauwe wateren van de Middellandse Zee.
De link met Gibraltar en het uitzicht van “Versteend Schip” begrepen we wel. Maar pas toe we het eiland rondwandelden ontdekten we pas het prachtige stadje aan de andere kant van de rots. Eens je door de oude poort wandelt en de auto’s niet meer verder kunnen zit je middenin Monemvasia. Het deed ons een beetje denken aan Le Mont Saint-Michel zonder platgedrukt te worden door de massa, of andere middeleeuwse stadjes zoals Kotor en Carcassonne. Het grote verschil is de Byzantijnse stijl die overal merkbaar aanwezig is.
Het onderste gedeelte is prachtig gerestaureerd en er zijn nog veel projecten in uitvoering. Maar als je hogerop de rots klimt word je begroet door oude ruïnes en een mooi gerestaureerde orthodoxe kerk: de Hagia Sofia. Moest deze naam een belletje doen rinkelen dan rinkelt het waarschijnlijk in Istanbul, want daar staat een gelijknamige kerk die net ietsje groter is. Maar de Byzantijnse stijl is in beide gevallen zeer herkenbaar.
Ondertussen begon de zon al te zakken richting zee. Door onze late wandeling vermeden we massa. Zelfs al was het ondertussen al begin december, toerisme slaapt niet meer. Dat is trouwens een voor de hand liggende tip die we iedereen kunnen meegeven als je iets toeristisch bezoekt: Ga heel vroeg of ga laat. Wij zijn nu eenmaal niet het type reiziger dat een hele dag wilt rondslenteren in een oude stad, ’s middags uitgebreid gaat lunchen op een overvol terras en tegen de late namiddag de site terug verlaat.
Nafplio: Gezellige straatjes, prachtige uitzichten
Stel je een plek voor waar het verleden levendig op elke straathoek aanwezig is, waar smalle kasseistraatjes je uitnodigen om te verdwalen in de tijd, en waar een mix van culturen heeft bijgedragen aan een bijzonder stedelijk landschap. Dat is Nafplio, gelegen aan de kalme wateren van de Argolische Golf in het noordoostelijke deel van de Peloponnesos. Nafplio was trouwens (kort) de hoofdstad van het moderne Griekenland.
Veroverd door Venetianen en Ottomanen, heeft Nafplio een onmiskenbaar cultureel mozaïek. Het Palamidi-kasteel, dat trots over de stad waakt vanaf zijn heuveltop, biedt een adembenemend uitzicht, terwijl de historische oude stad een doolhof van straten biedt om te verkennen.
Aanvankelijk parkeerden we onze campers op een grote parking buiten de stad aan het water. Niet bepaald een gezellige plek om te overnachten, maar dat waren we ook niet van plan. Toen we richting het centrum van Nafplio begonnen te stappen, werden we eerst begroet door een oude stoomtrein. Niet meer operationeel, maar wel leuk om even te bekijken en in te klimmen. We trokken verder de stad in en kuierden door de smalle straten. Al snel ging het bergop en vanop het oude kasteel werden we getrakteerd op mooie uitzichten op de stad en de zee.
Voor lunch gingen we uitzonderlijk eens uit eten. We kwamen in een vegan falafeltent terecht. Waar we ons uitgebreid op de zoete aardappelfrietjes, hummus en uiteraard falafel stortten. Overnachten deden we wat verderop in een mooie baai. Daar ontmoetten we Arthur, die rondtoert in een oude Mercedes truck met houten opbouw. De opvallende kleur deed ons vermoeden dat we hem al ergens gezien hadden. En niet veel later bleek dat we hem en zijn truck in 2021 in Roche, Spanje, gezien hebben. Arthur is ondertussen bezig met een homestead te bouwen in de bergen, niet heel ver van Athene.
De volgende dag besloten we de wandelweg langs de kust te nemen, zo’n 5 km om terug in Nafpio te komen, waar het marktdag was. Zo spendeerden we uitzonderlijk twee dagen in deze gezellige stad. De oude wandelweg is breed en zeker de moeite om te doen als je in de buurt bent.
Bonus: Het verlaten hotel in Saladi
De volgende noemenswaardige stop was in Saladi. Naast een groot stuk strand waar je in alle rust kan staan zolang je wilt en een prehistorische grot die je kan bezoeken, staat er ook een groot appartementsblok dat een hotel geweest is, het Saladi Beach hotel. Minder statig en innemend dan het Joegoeslavisch hotel dat we eerder bezochten maar altijd leuk om eens te bezoeken. Er is weinig informatie te vinden over dit hotel. Het zou een nudistenparadijs geweest zijn dat uiteindelijk onder druk van de kerk is moeten sluiten. Of dit verhaal klopt, weten we niet, want we lazen online nog een reactie van iemand die claimt in 2000 nog in het hotel verbleven te hebben, en we kunnen ons moeilijk voorstellen dat anno 2000 de kerk nog zo’n invloed zou hebben gehad, maar het kan uiteraard. In elk geval waren wij weer een paar uur zoet met door het karkas van dit hotel te wandelen, en ons een weg te banen naar het dak.
Volgende keer verlaten we – eindelijk – de Peloponnesos via het kanaal van Corinth, en nemen we je mee door de rest van Griekenland.
Ik waande me eventjes ècht in Griekenland! De temperatuur klopt, het glas wijn smaakt en zo goed beschreven dat ik er precies zelf ben! 👍