Lente beleven in Frankrijk, er zijn slechtere plekken om te vertoeven… In 2023 spendeerden we al een keer een goede anderhalve maand in Frankrijk, check zeker deze moest je dat gemist hebben. Ik had toen net mijn voorpoot op een domme manier (is het dat niet altijd) gebroken, maar dat kon toen zeker de pret niet drukken. We zijn dus nog niet triestig dat we weer richting Belgenland rijden.
Kai
Ver over de grens met Frankrijk moeten we niet zijn voor onze eerste halte, waar we Kai hopen te ontmoeten. Kai, die we gekruist zijn in het zuiden op de terugweg naar Frankrijk, zijn thuisbasis is in de buurt van Perpignan, waar hij gedurende de zomer vaak in de bergen werkt. Het weer is vandaag iets minder en uit het wolkendek valt af en toe een druppeltje, niet meteen strandweer. Aan de kust staat een strakke wind van meer dan 30km/u dus we kiezen er toch voor om meer in het binnenland te parkeren.
We parkeren ons onder de Franse vlag in Tresserren, een stukje onder Perpignan. Vanop deze heuvel hebben we blijkbaar een uitzicht over een groot slagveld daterend uit de tijd van Napoleon. Hier is toen hevig gevochten tussen de Fransen en de Spanjaarden. Op en rond de wandelwegen zijn veel informatiebordjes met uitleg over de veldslag, en dus maken we een mooie wandeling doorheen de vallei en over het plateau.
Bij aankomst staat er een blauw busje volgeschilderd met tekeningen naast ons geparkeerd. Mét Belgische nummerplaat dus ik ga eens kennismaken. In het busje bevindt zich de zeer energetische Linde – ze doet haar stage aan de Costa Brava maar is nu even onderweg. Ze heeft problemen met haar ijskast dus ik neem even een kijkje naar de elektrische installatie. Het blijkt gewoon een los kabeltje te zijn, dus rap gefixt. De late namiddag en avond spenderen we in Kai’s camper. Zijn trouwe Laika biedt toch behoorlijk wat meer ruimte…

De dag erna zoeken we samen een andere plek op. Het weer is terug een pak beter, met stralende zon en een aangename lentewarmte. We belanden aan een lagune – topplekje. Het water is te ondiep om in te zwemmen maar is zeer aangenaam om pootje in te baden.
Hier hadden we nog dagen kunnen blijven… We moeten helaas denken aan verder rijden, en dus laten we Kai achter en zetten we koers naar het noorden. Volgende stop is aan een paragliding spot met zicht op de viaduct van Millau. Ook weer een topplek om te staan. De wind staat gelukkig niet meer zo strak en we kunnen volop genieten van het uitzicht. ’s Avonds lukt het me om een HDR foto te nemen met de lichtjes bovenop de brug (die knipperen dus da’s niet zo simpel). De dag erop nemen we de kronkelweg naar beneden: verboden voor caravans en lange voertuigen. Op één haarspeldbocht na kunnen we gelukkig alle bochten in één keer nemen. Naar beneden is altijd makkelijker dan naar boven… Beneden aangekomen, zien we een bordje staan naar watervallen en een oude watermolen.
De Auvergne
Deze keer geen barkoude stop rond Issoire, onder Clermont-Ferrand, maar een prachtig plek in het groen vlakbij een boerendorpje, Beaulieu (what’s in a name) genaamd. We praten een lange tijd met een visser die ook met sledehonden blijkt te werken. Wij dachten dat dat enkel op sneeuw gebeurde, maar sinds de uitvinding van het wiel kan het blijkbaar ook in de Auvergne. Het is een populaire sport in de regio om met sledehonden te werken, te trainen en natuurlijk ook excursies met toeristen te organiseren. Volgende keer dat we in de buurt zijn zeker iets om van dichterbij te bekijken. Wie interesse heeft kan hier eens een kijkje nemen. Let wel, in de volle zomer is het vaak te warm om met de honden te gaan rondrijden… We genieten in Beaulieu verder van het zonnetje. Er passeren nog wat jonge gasten die ook komen vissen, beleefde jongens, dat wel.
Na een rustige nacht is het weer tijd voor een volgende halte. Het is vandaag 1 mei en Frankrijk ligt dus stil. We houden halt op een rommelmarktje. De echte schat treffen we aan wanneer we ons afval gaan sorteren: aan een kledingcontainer vinden we een zak met allerlei kleurrijke hemden, en in goede staat. Die pakken we mee!
Genieten van de zon doen we in Laizy. Aan de rivier Arroux nemen we even het jaagpad en zetten ons in de berm, bijna met onze voeten in de rivier. Er is een speeltuintje en twee families hebben zich er ook geïnstalleerd voor het weekend. Inclusief kinderen en kleine caravan. We hebben er geen last van en ze zijn vriendelijk. We kijken hoe de kinderen op opblaasspeelgoed voorbij drijven en in het water spelen. Voor ons is het water nog net iets te fris maar we gaan er toch een paar keer in.
Echt zwemmen doen we dan weer voorbij Dijon in een enorm charmant dorpje ‘Til-Châtel’. Er is een kanaal dat door het dorp loopt, met een sluis naar een zijtak. Hoewel er een verbod tot zwemmen staat, trekt de doorsnee Fransman zich daar niks van aan. Samen met wat jongeren, kinderen en dappere papa’s gebruiken we de sluis als een heuse wildwater baan. Hier valt het ook weer op dat de plaatselijke pubers heel vriendelijk zijn, en zich ontfermen over jongere kinderen die ook in de geïmproviseerde glijbaan willen.



Good times dus, daar in Til-Châtel. We zouden zeggen, daar passeren we zeker en vast nog eens. Maar nu ik wil even een filosofische zijsprong maken, of eerder, wat reis- en levenswijsheid delen. Een mooie plek is natuurlijk niet enkel een locatie, maar ook een plek in de tijd. We merken vaak dat wanneer we een bepaalde plek geweldig vinden, dat meestal ook gebonden is aan de omstandigheden: het weer, de mensen, hoe wij ons voelen etc. Dat klinkt waarschijnlijk heel logisch, maar toch keren we al eens graag naar bepaalde plekken terug. Dan blijkt het toch niet altijd hetzelfde te zijn als de eerste keer, daarom niet slecht – maar als de verwachtingen dan al hoog liggen, loert soms het gevoel van lichte teleurstelling om de hoek. Het beste voorbeeld hiervan, vind ik Roche in Conil de la Frontera. In 2021 stonden we daar bijna een maand aan een stuk, leerden we daar enorm veel mensen kennen (o.a. Kai, Amber en Steffi). En elke keer weer passeren we daar wanneer we in Spanje zijn. Toch zal de vibe van toen nooit meer terugkomen…
Goed, je merkt waarschijnlijk aan het melancholisch gedoe hierboven dat we stilaan aan het eind van de reis gekomen zijn. In Frankrijk houden we nog even halt op een parking vlak naast de Maas – heel mooi maar verder weinig te beleven, we wilden gewoonweg Frankrijk nog niet uit. We houden natuurlijk ook weer halt in Esche-sur-Alzette, voor een bezoekje aan het dierenpark daar. Maar vooraleer we weer in Halle-Zoersel neerstreken, vinden we onverwachts nog twee mooie plekjes in België. De eerste vinden we in de buurt van Neufchâteau, na een bezoekje aan Woon (Laurens zit op dat moment in een oude Opel Kadett richting Mongolië…).
De Saint-Hubert luchthaven ligt midden in een bosrijk gebied. Veel animo overdag van (zweef)vliegers. Maar ’s nachts is er geen kat en niemand maakt er een probleem van dat je blijft slapen op de grote parking. Omdat we geen zin hebben om weer de autosnelweg te nemen die we al 100 keer gezien hebben, rijden we binnendoor naar de Haspengouw streek. Toen ik nog voor Ordina werkte hadden we daar eens een teambuilding en ik herinnerde me dat die streek zeer mooi was. We vinden een plek tussen de boomgaarden, in de gemeente Gutschoven – nog nooit van gehoord. Ook overdag was daar veel animo, van Oost-Europese werkkrachten die aan het werk waren in de boomgaarden, maar eveneens, ’s nachts geen kat! Kijk, blijkbaar zijn er in ons landje toch ook nog rustige plekken.
Naast de seizoensarbeiders zien we gelukkig ook nog wat lokale Limburgers. Vriendelijke mensen, zoals geweten, niemand lijkt het erg te vinden dat we hier staan, ook de fruitteler niet.

Na deze laatste zonnige halte, is het definitief gedaan met deze etappe. Het mooie is wel dat het nu begin mei is, en ook de lente al goed ingezet is in België. We gaan, zoals we ondertussen weten, nog een mooie zomer in België tegemoet…