We maken een U-turn

Hoog tijd om ons reisverhaal verder te zetten: Het is 10 maart 2025 en we zijn even alleen op schok. Paulius en Heloïse moeten Katie nog afzetten en nemen daarna even tijd voor hun tweetjes. Tom & Anne willen ook nog eens langs de klimzaal passeren, want door het slechte weer hebben ze al even niet meer tegen de rotsen kunnen hangen. Dus zetten wij op ons uppie koers naar Castro Verde, een stadje waar we eind 2023 ook gestopt zijn. Toen was het prachtig weer en draaide de molen. Da’s nu wel anders… het weer is stevig wisselvallig. Daarom kiezen we voor het comfort van in een stadje te staan: supermarkten, restaurants en wasmachines in overvloed. Na een bezoek aan de klimzaal vervoegen Tom & Anne ons en gaan we samen iets eten in een van de vele restaurants. Verder hebben we eigenlijk weinig te vertellen over ons verblijf in Castro Verde, dankzij het natte weer…

Tom & Anne besluiten – gezien hun planning – om terug naar Spanje te rijden om te klimmen aan de Costa Blanca. We spreken af om elkaar daar weer te zien wanneer wij weer koers zetten naar België, over enkele weken.

Gelukkig kunnen we wél interessante dingen vertellen over de volgende halte: Aljustrel.

Aljustrel – Mijnstadje

We zien Paulius & Heloïse weer wanneer we – opnieuw – aan een molen staan, op een heuvel met een mooi zicht over het dorpje Aljustrel. Van de ene heuvel kijk je over het stadje (of dorpje) naar de heuvel aan de andere kant waar een kerk staat. Een heel schilderachtig zicht.

Aljustrel heeft een rijk mijnverleden, van 3000 voor Christus tot het einde van de vorige eeuw. Er valt dus nog vanalles te bezoeken en zien. We maakten eerst een wandeling over een oude open mijn. De constructies daar deden ons denken aan de Sao Domingos mijn die we vorig jaar bezochten.

Met Paulius en Heloïse maken we de dag erna een lange wandeling in en rond het dorp. Uiteraard kruffelen we helemaal naar boven op de heuvel waar de kerk staat.

Vanop deze heuvel kan je de windmolen zien waar we geparkeerd staan. We treffen ook een oude stoommachine aan die vroeger gebruikt werd om machinerie aan te drijven.

Paulius en ik spenderen zeker 10 minuten aan het ‘ontleden’ van de machine en discussiëren hoe het ooit gewerkt heeft. De dames moeten maar even geduld hebben…

Voor € 1 kan je ook een museum over het mijnverleden van de streek bezoeken. Er mochten echter geen honden binnen. Ik had wel een grappige conversatie met een intimiderende vrouw met baard die me ab-so-luut een sneak preview van het museum wou geven. We wilden achteraf zonder honden terug komen, maar we zijn er niet meer geraakt.

Monsaraz

De volgende prachtige plek (na een dagje in de regen zitten op een mottige parking) vinden we in Monsaraz. Dit historische dorp bevindt zich grotendeels binnen kasteelmuren bovenop een heuvel. De hele streek is bovendien prachtig. Er zijn veel meren in de buurt en dat maakt het een interessant gebied om trekvogels te spotten. Aan ooievaars alvast geen gebrek maar ook naar flamingo’s moet je niet te hard zoeken. Ook de befaamde Hop – een vogel die we vaak horen, maar nog niet te zien kregen – krijgen we hier voor het eerst te zien.

Paulius en Heloïse zijn al ter plaatse, hebben zich door de smalle straat gewurmd en staan helemaal alleen. Uiteraard is er iets lager nog een grote parking vol mobilhomes, maar het zicht hier is wel een pak beter. Daarnaast gaat iedereen het dorp binnen de muren bekijken en doet amper iemand de moeite om deze kant te checken, dus we zitten hier tamelijk rustig. Het lijkt wel een mini San Gimignano, behoorlijk wat toeristen en bussen komen hier dag in, dag uit Monsaraz checken. Paulius filmde onze aankomst… Je kan zien dat het bij de witte auto wel spannend was.

Na één nacht besluiten we de heuvel af te rijden en op de parking van een klooster te gaan staan, even verderop – omdat het gewoonweg zeer hard is beginnen waaien. Daar zien we voor de eerste keer een hop. De hop is een vogel die vaak in Zuid-Spanje en Portugal voorkomt, ze zijn vooral actief in maart en april en dat is meteen de reden waarom we hem nog nooit eerder zagen: wij waren steevast in België rond deze periode. We hoorden zijn roep al vaker en dankzij BirdNET, een AI-tool om vogelgeluiden te herkennen, wisten we welke vogel het was. Door de verrekijker trok ik deze wazige foto:

Geen nood, later op de reis hebben we er eentje beter kunnen vastleggen. Wij superblij dat we eindelijk een hop gezien hebben, ze zijn dus eigenlijk helemaal niet zo speciaal in deze contreien, maar het is wel een leuk beestje, met z’n kuif…

Afscheid nemen

Aan alle mooie liedjes komt een eind, en het is tijd geworden om afscheid te nemen van Paulius en Heloïse, Paulius moet in Porto zijn nieuwe nummerplaat uit een pakketjesbox gaan halen en zet daarna koers naar Litouwen, om te beginnen werken aan zijn nieuwe camper. Ook Heloïse reist terug naar Frankrijk. Wij keren terug naar Spanje, om wat mooi lenteweer mee te pikken en rond te hangen met Henning, wiens website we ook aan het verbouwen zijn. Het plan is om daarna richting de Costa Blanca te rijden, Tom en Anne weer te zien en zo via Catalonië richting Perpignan te rijden om Kai te ontmoeten. Jaja, het is al een sociale trip geweest. Op weg naar Sevilla rijden we door een stukje Extremadura, een van de autonome Spaanse regio’s waar we nog nooit eerder geweest zijn. Weinig mensen en veel natuur hier… hmmm, hier moeten we wel eens wat langer naartoe komen. Onderweg rijden we weer op kaart en ontdekken zo mooie, glooiende landschappen.

Ook hier hebben de rivieren duidelijk veel water moeten slikken…

We spenderen nog een natte avond en nacht in El Palmar de Troya, waar afgezien een bizar kitscherige kerk inclusief sekte weinig te zien is. Gelukkig krijgen we vanaf nu zonnig lenteweer en we brengen een uitgebreid bezoek aan Medina Sidonia.

Tarifa

Uiteraard duurt het niet lang of we zitten weer op ‘onzen berg’ in bij Tarifa (zie halverwege deze post) bij Henning. Na een bezoekje aan het centrum van Tarifa besluiten we om onze vans daar te parkeren, zodat we ’s avonds op de lappen kunnen. Henning komt namelijk al sinds de jaren ’90 in Tarifa en weet dus waar we naartoe kunnen voor een leuke avond.

Onze kleine vriend de hop verscheen nog een keer naast de bus en bleef rustig zitten tot ik mijn 200mm telelens op mijn camera gevezen had. De foto’s zijn iets beter, maar nu begrijp ik vooral de vogelliefhebbers die met hun kanonnen van lenzen over hun schouders de struiken in duiken… De foto’s zijn onbewerkt, daarom zit er verschil tussen, maar je kan wel begrijpen waarom we het een leuke vogel vinden.

Ons avondje stappen bestond uit Tarifa bekijken, tapas eten, een superklein authentiek barretje bezoeken en daarna live Flamenco muziek.

Hieronder nog enkele sfeerbeelden van Tarifa, en het zicht op Marokko en de kleine, maar drukke haven.

Castillo de Castellar de la Frontera

Wie dacht dat onze Henning klaar was met gids te spelen, is eraan voor de moeite. Vooraleer we definitief afscheid nemen en richting Costa Blanca rijden, doen we samen nog een laatste stop aan: we rijden naar Castellar. Castellar is een piepklein dorpje ten noorden van Tarifa en Algeciras. Wat maakt het zo speciaal? Wel, er is daar een dorpje binnen een kasteel, op een heuvel. Jep, het klinkt als Monsaraz, maar toch is het weer helemaal anders. We rijden dus weer de weg tussen Tarifa en Algeciras, maar dan nu in omgekeerde richting. Deze weg neemt je door een prachtig heuvelachtig landschap met zicht op Noord-Afrika, een soort niemandsland dat Tarifa en Algeciras verbindt. Buiten wat onverharde wegen is er ook geen andere richting mogelijk. Even genieten van het uitzicht vooraleer we begroet worden door de drukte van Algeciras en zijn welriekende raffinaderij.

Gelukkig kunnen we snel weer van de drukke wegen af. Wanneer we wat verse teensletsen en een drinkbus ingeslagen hebben bij Decathlon, rijden we naar Castellar. Daar is het even zoeken naar een bruikbaar 4G-signaal… We eindigen eindelijk aan de voet van het kasteel, op een braakliggend terrein. Henning zegt dat de eigenaars van het huis ernaast in Portugal zijn en dat we er niemand storen. We blijven hier uiteindelijk 3 nachten staan. We maken enkele wandelingen en bezoeken het dorp in het kasteel bij nacht (allez, ikke met Henning dan, Nikki is niet zo’n nachtdier). Vanop de heuvel van Castellar hebben we ook een mooi zicht op de rots van Gibraltar.

Dag
Nacht

Verder laat ik jullie rustig grasduinen door de vele foto’s, want ik ben wel een beetje losgegaan met de camera…

Na deze fijne dagen in dit pittoreske dorpje nemen we dan ook afscheid van Henning. Hij blijft gewoonlijk de hele winter – lente rond Tarifa hangen en wij gaan nu de andere kant uit. Ik denk dat het ook tijd is om dit schrijfsel – toch goed gevuld met beelden – af te sluiten. In de volgende editie zien jullie hoe we terug naar de Costa Brava tenen om Tom en Anne te vervoegen, en daarna rustig aan de terugweg beginnen. Bedankt voor het lezen en tot de volgende keer. Oh ja, als bonus twee sterrenfoto’s die ik met de losse hand genomen heb. Ik was verrast van het resultaat…

2 reacties

  1. Hallo Gert,
    Vlot te lezen reisreportage met vaak prachtige foto’s
    Extremadura ,ongerepte en dunbevolkte regio van Spanje is een aanrader ,met steden (Merida,Caseres,Trujillo,Badajoz,Placencia,Zafra)en natuurgebied Monfrange en middeleeuwse stadjes . De beste Iberico ham komt grotendeels van hier. Enkele van de belangrijkste conquistadores(oa Pizarro die Peru veroverde) van de nieuwe wereld werden hier geboren en keerden er terug om prachtige gebouwen te bouwen. Opvallend dat de meeste conquistadores uit deze regio komen die niet aan de zee grenst

  2. weer lekker vlot geschreven
    ronduit prachtige foto’s!!!!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *