Het einde van onze Balkantrip
Vorig jaar op deze dag, 14 oktober, zaten we in Albanië, waar we Amber en later Kai onderschepten en samen naar Griekenland trokken. Dat wil zeggen dat ik er best lang over doe om een reisverhaal te brengen… We zijn vandaag bij het laatste hoofdstuk aangekomen.
Op 28 januari staken we de Donau over, van Bulgarije naar Roemenië. Voor truckers een ‘border crossing from hell’, De route Hongarije – Roemenië – Bulgarije is heel belangrijk voor ons vrachtverkeer van en naar Turkije. In tegenstelling tot Servië behoren deze landen tot de EU, maar Roemenië en Bulgarije niet tot Schengen. Dit zorgt voor immense files aan de grenzen en wegen die totaal niet berekend zijn op zoveel verkeer. Aan beide zijden van de grens staan kilometerslange (20 km en meer!) files van vrachtwagens die makkelijk een etmaal staan aan te schuiven. Gelukkig kan je er als personenwagen of lichte vracht en camper gewoon voorbij rijden. Maar dat betekent wel spookrijden en opletten voor vrachtwagens van de andere richting. Het oversteken van de grens verliep dan wel vlot, even paspoorten tonen en autopapieren, de deuren even open en “Oh, het is een camper, rij maar door”. Vlak over de grens snel online een vignet gekocht en dan weer de baan op.
Daarna Roemenië… geen autostrades, maar een enkele baan neemt je door het toch wel vrij saaie landschap van velden, velden en nog eens velden. Afgewisseld met kilometerslange dorpen waar je maar 50 km/u mag rijden. Roemenië is samen met Bulgarije het armste land van de EU, en dat wordt vrij snel duidelijk als we door de dorpen rijden. Buiten de hoofdweg weinig verharde wegen, paard en kar met hier en daar een ‘baboeshka’ die achter de kippen aanloopt. Dit is zeker niet het mooiste deel van Roemenië, het land heeft wel wat te bieden, met de Karpaten als natuurlijk schoon, de zwarte zee en het tot de verbeelding sprekende Transsylvanië met z’n uitgesproken bouwstijl en kastelen. Maar dat is helaas niet aan ons besteed, althans niet deze keer.
Na een dikke twee uur rijden komen we aan in Craiova, een ietwat grote stad in het zuiden van Roemenië. Op park4night vinden we niet veel plekjes in de vrije natuur, en het landschap en modderige wegen nodigen daar ook niet echt tot uit. We rijden naar een voetbalstadion waar we op de parking kunnen overnachten. Maar, daar ging duidelijk een voetbalmatch doorgaan aan de hoeveelheid politie te zien. Ik loop op een groepje agenten af en vraag of ze Engels spreken, dat is gelukkig het geval. Ze duiden op Google Maps een wijk aan waar het een beter idee is om te overnachten. Het was geen gezellig plek maar we voelden ons veilig op de parking van enkele woonblokken waar veel passage van voetgangers was. We laten de bus achter en gaan de stad ontdekken in de hoop iets leuks te vinden om te eten of drinken. Jammer genoeg was er weinig te beleven, ondanks vele bars en een schaatspiste was de stad vrij uitgestorven. De lokale fastfoodkeet die we op Google Maps vonden bleek niet te bestaan en we dropen vrij snel af naar Nigel om de avond en nacht daar door te brengen.
De volgende dag brachten we een bezoek aan Kaufland om inkopen te doen. Daar werden we opgeschrikt door een hevige knal wat verderop. Grapjassen met vuurwerk? “Putin is here, haha”, riep een Roemeen al grappend naar ons, ja, toen was het nog geestig, ja.
Na vijf uur langs identieke wegen rijden kwamen we aan in Targu Jiu, waar we overnachtten op een truckersparking en we een monument bewonderden dat veel weg had van anale kralen.
Een truckersparking?Onderweg heb ik Nigel nog stomweg vastgereden in een zompige berm. Het was wat te koud om in de modder te spelen dus ik ging meteen op zoek naar iets of iemand die ons even eruit kon trekken. Een paar straten verder was een lokale familie paarden aan het mennen, er stond ook een Iveco bakwagen voor de deur. Ik legde met handen, voeten en foto’s uit dat we vast staken in de modder. De norse vader maande me aan in de Iveco te stappen en met de paarden in ons kielzog reden we naar de plek waar we vastzaten. Ik dacht even dat hij twee van z’n trekpaarden ging inschakelen maar uiteindelijk was het toch de Iveco die ons lostrok. We bedankten de man maar die was zo weer weg. Wij maakten ons ook uit de voeten en besloten dat het niet het seizoen was om te gaan offroaden in Roemenië, en zo belandden we op de truckersparking.
De leukste attracties vonden we de dag erna in de Karpaten. Eerst hielden we even halt aan een klooster: Mănăstirea Lainici. Ook dit was een parel van een klooster waar je mystiek bijna kon vastnemen. Even later kwamen we aan bij de Boli grot of Peștera Bolii. Volgens Google Maps open in de winter. Klopte natuurlijk niet, er was daar geen levende ziel te bekennen, los van de vele honden die binnen en buiten een soort van kennel zaten. De grot was wel gewoon open, als in, niet dicht gemaakt tegen nieuwsgierige toeristen. We trokken dus onze stoute botinnen aan en met twee krachtige zaklampen gingen we zelf de grot binnen. Uiteraard zal alles daarbinnen er veel beter uit zien met de aangepaste verlichting maar op eigen houtje een grot verkennen met zaklamp was ook wel cool.
Na dit avontuurtje bezochten we nog een burcht in restauratie in Deva en een natuurgebied rond Arad. Dat laatste was weinig opmerkelijk, het zou evengoed een bos in België kunnen geweest zijn, vijf minuten nadat we dat uitspraken kregen we een regenbui in onze nek… De dag erna staken we de grens over met Hongarije om zo terug in de Schengenzone te komen. Daar werd het nog even spannend met Nikki’s voorlopig paspoort, de grenswachtster verdween even in het kantoor maar even later mochten we doorrijden. In Hongarije betaal je enkel een wegenvignet voor de autosnelweg. Aangezien we niet veel van het land kenden besloten we weer om B-wegen te nemen. In Makó hielden we halt om uitgebreid thermische baden te bezoeken, in het Hagymatikum. Na de afgelopen weken in koud weer door te brengen was het zalig om onderuit te zakken in water van 36 graden en meer. Er was eveneens een saunacomplex en we genoten dan ook volop van alle warmte.
Het was de dag erna dat we kennis maakten met twee andere reizende belgen. Aan een stoplicht zagen we een groene Suzuki Jimny staan met Belgische platen. We sloegen een praatje en zetten ons wat verder even aan de kant. Het klikte meteen met Laurens en Woon en we lunchten samen in de McDonald’s. Laurens en Woon rijden met hun Jimny heel Europa door, als ik mij goed herinner kwamen ze nu van Georgië terug… Ze overnachten zelfs in de Jimny, wat niks voor mijn bijna 2 meter lengte zou zijn! De blog van Laurens en Woon is ook zeker de moeite om eens door te nemen.
We tuften verder doorheen Hongarije en staken de grens met Oostenrijk over. Ook hier werden we, een beetje vreemd, even gecontroleerd. De douanier deed zelfs zijn best om Frans te spreken, leuk jongen, maar we spreken ook Nederlands in België… De achterdeur ging open en “Oh, het is een camper, rij maar door”. Ja, aan de bestuurderskant zitten geen ramen in Nigel en zie je dus niet dat het een camper is. Dan begrijp ik wel dat twee ‘Walen’ die in januari met een camionette uit Hongarije komen een beetje louche overkomen…
Om niet weer de gekende route door Duitsland te rijden, steken we een stukje door naar Tsjechië. Op aanraden van Laurens bezoeken we Kutna Hora, waar een knekelhuis is. Je mag daar niet fotograferen, maar ik ben een rebel en neem toch stiekem een foto met m’n smartphone.
Met de zon weer in ons gezelschap spenderen we nog een paar nachten in Duitsland. Duitsland blijft toch ook een land met prachtige regio’s. Bijvoorbeeld Herleshausen trakteerde ons op prachtige uitzichten, een gerenoveerde burcht én een intact gebleven grens/brug over een rivier waar nog niet zo héél lang geleden Oost- en West-Duitsland van elkaar gescheiden werden. Ook in Sauerland maakten we een omweg, een regio die vooral bij onze Noorderburen in trek is, en we kunnen ze geen ongelijk geven. Op 10 februari rijden we onvermijdelijk België binnen en zit onze Balkanreis er officieel op. Het was een ongelooflijk avontuur met zoveel nieuwe indrukken, landen die in ons klein Europa liggen, maar waar we in feite weinig van weten.
Los daarvan waren we wel enigzins blij om weer thuis te zijn, zodat we ons ten volle konden focussen op onze zaak, Stormlabs. Maar, we willen ook graag terug naar de landen die we nu haastig gezien hebben, zoals Bulgarije en Roemenië, daar valt nog zoveel te ontdekken. Maar laten we in het vervolg in een warmer seizoen naar ginder trekken… Bedankt, lieve lezer, om samen met ons mee de tocht te maken! Tot snel, met een nieuw hoofdstuk in ons camperavontuur.
Heerlijk lezen weeral!
je stijl wordt elke keer vlotter
Je wil als lezer meer weten
Mooie winterfoto’s, wat ons vooral interesseerde is Julie reis in ’23 naar de Meteoren omdat we in april ’24 een reis geboekt hebben naar klassiek Griekenland en de meteoren
Dag Staf en Leen, leuk om te horen dat jullie Griekenland gaan bezoeken. Ik denk dat april een mooie periode is waarin de lente volop zijn werk aan het doen is rond de kloosters van Meteora. We hopen dat jullie ervan genieten!
Bedankt Gert voor je reactie